by Jacques Fabrice Herman Perk (1859 - 1881)
Een handkus
Language: Dutch (Nederlands)
Ik mag die slanke handen zoetjes streelen, Als zwoele wind de blanke duiveveeren. 't Zijn lelies, waar de schaduwen om spelen; Gekruifde golfjes, die de meeuwen scheren. Ik druk ze, en zal hun wederdruk niet weren, Ik wil, ik wil ze kus op kus ontstelen. Een warme handedruk zal ze niet deren, En deerde ze al, een handkus zou ze heelen. Gedoog, dat aan die sneeuw mijn wang zich koele En dat mijn lippen 't warme dons beroeren, En dat ik dan nog eens mijn straf gevoele! Gij weet, die straf, toen ik mij liet vervoeren, En in het kussen uwer hand volhardde, Toen gij met de andre door mijn lokken warde'.
Confirmed with Jacques Perk, Gedichten (ed. Willem Kloos). Met illustraties van J.B. Heukelom. S.L. van Looy, Amsterdam, 1914 (12de druk), page 46.
Authorship:
- by Jacques Fabrice Herman Perk (1859 - 1881), "Een handkus", appears in Gedichten, in Mathilde. Een sonnettenkrans in vier boeken, in Boek I, no. 16 [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Jos Watelet (1881 - 1951), "Een handkus", copyright © 1927 [ voice and piano ], Berchem : De Ring [sung text not yet checked]
Research team for this page: Emily Ezust [Administrator] , Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2023-04-15
Line count: 14
Word count: 112