by Jacques Fabrice Herman Perk (1859 - 1881)
Avond
Language: Dutch (Nederlands)
Wanneer in ademloozen schemerschijn De vleêrmuis zwijgend wiekt in lage kringen, En de aarde staart naar de eerste tintelingen Der zilvren spangen van het nachtgordijn; Als dan door 't loof der luistrende jasmijn De luwtjes geur'ge wiegeliedren zingen, En sluimer daalt op breede duivezwingen... Dan is het zalig, om alleen te zijn. Dan is het zalig, 't lachend oog te luiken, Waar fulpen rust op neerzijgt, die verkwikt, En leeft van 't zoete liefdedroomen sluiken. O, driewerf zalig, wien het werd beschikt, Om in de zee der sluimring neêr te duiken, Als daar een lief gelaat hem tegenblikt!
Confirmed with Jacques Perk, Gedichten, (ed. Willem Kloos). Met illustraties van J.B. Heukelom. S.L. van Looy, Amsterdam 1914 (12de druk) p.167
Authorship:
- by Jacques Fabrice Herman Perk (1859 - 1881), "Avond", appears in Gedichten, in Overige gedichten en fragmenten [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Henri Zagwijn (1878 - 1954), "Avond" [ voice and piano ], from Zangen der Nacht, no. 2, Amsterdam : De Nieuwe Muziekhandel [sung text not yet checked]
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2023-04-13
Line count: 14
Word count: 98