by (Stephanie) Hélène Swarth (1859 - 1941)
Avondgoud
Language: Dutch (Nederlands)
De onzichtbre zon, die achter heuvelglooien, Al lang geleên, tot slapen is gedaald, Blijft teeder nog het korenblond vermooien, 't Lupinegoud, dat geel met geel weerstraalt. Het schamel meisje, aan ' t aardevruchten rooien, Kijkt even óp naar ' t goud, dat zegepraalt En ' t eenzaam kind voelt hemelzegen strooien En avondvrede op ál wat ademhaalt. Voor ' t lage hutje, alleen in ' t blond der landen, Het vlassen haar verguld door d' avondgloed, Speelt lijze een knaap harmonica en zoet Ontvloeit de weemoedsmelodie zijn handen En zingt, tot de eerste blauwe sterren branden, Van ' t hemelgeel, dat hij verklanken moet.
Confirmed with Swarth, Sonnetten, in: De gids Band 77, Deel 2 1913 G.J.A. Beijerinck p.112
Authorship:
- by (Stephanie) Hélène Swarth (1859 - 1941), "Avondgoud" [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Alphons Vranken , "Avondgoud", op. 26 (Liederen) no. 1, published 1933 [ voice and piano ], Amsterdam : Alsbach [sung text not yet checked]
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2023-05-03
Line count: 14
Word count: 104