by Pieter Cornelis Boutens (1870 - 1943)
Ik zag de schemerlijven
Language: Dutch (Nederlands)
Ik zag de schemerlijven Van zwanen op het huiverspel Van sombren spiegel drijven - Ik wist, ik stond voor Tintagel... Een vreemde wil dreef mij gevangen, En hief mij over 't steile diep. Ik gleed door poort en gangen Waar alle klank en echo sliep. Ik trad mijn hooge kamers binnen, Eén starre leêgheid wakensmoê. Een bleeke vrouw in armlijk linnen Zag uit het kwijnend zilver toe. Ik talmde als een die komt te nemen En niet weet wat hij nemen moet: Gewaden, ringen, diademen, Het leek mij onbegeerlijk goed. Ik bleef in doelvergeten poozen Gesteund aan 't schemerbleek kozijn... Een flauwe geur van welke rozen Leefde op den matten maneschijn. Mijn handen beefden te vergâren Al wat daar nog van mij verbleef, Den geur der doode jonge jaren, Die op den dooven luister dreef.
About the headline (FAQ)
Confirmed with P.C. Boutens Liederen van Isoude C.A.J. van Dishoeck, Bussum 1921 p.34/35
Authorship:
- by Pieter Cornelis Boutens (1870 - 1943), no title, appears in Liederen van Isoude, C.A.J. van Dishoeck, Bussum, first published 1921 [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Alexander Voormolen (1895 - 1980), "Ik zag de schemerlijven...", 1921, published 1923 [ alto and piano ], from Drie liederen van Isoude, no. 2, Alsbach & Co, Amsterdam [sung text checked 1 time]
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2022-06-15
Line count: 24
Word count: 135