by (Stephanie) Hélène Swarth (1859 - 1941)
Rouw
Language: Dutch (Nederlands)
Mijn tranen stroomen om mijn dooden schat. 'k Wist niet, dat ik nog zóóveel tranen had! O lieve mond, die eens mijn liefde vroeg, Gescheiden leven was al leed genoeg. Hij kwam en lachte en bracht de lente mee En de eerste liefde met haar wel en wee. 'k Hoor noch dien lach, als verre vogelzang, 'k Zie nog het blozen van die bloesemwang. Mijn hart sloeg luid, ik dronk zijn woord als wijn En heel de kamer was vol zonneschijn. O Levengever! blonde Zonnegod! Hoe trof u thans de bliksemstraal van 't Lot! Die heerlijke oogen zien nu zon noch maan.... 'k Heb als een vreemdlinge aan uw graf gestaan.
Confirmed with Hélène Swarth, Rouwviolen, P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam 1889 p.8
Authorship:
- by (Stephanie) Hélène Swarth (1859 - 1941), "Rouw", appears in Rouwviolen, no. 5 [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Anton Averkamp (1861 - 1934), "Rouw", op. 5 (Zes gedichten) no. 3 [ voice and piano ], Amsterdam : De Algemeene Muziekhandel [sung text not yet checked]
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2023-04-28
Line count: 14
Word count: 111