by Jan Jacob Slauerhoff (1898 - 1936)
Pharao's minne
Language: Dutch (Nederlands)
Bijna verheugde hij zich dat zij jong doodging, Voor allen maagd, een onvermoede vrouw Die in geen nagedachtnis leven zou Van andren, neen, alleen voor zijn vergoding. Tot eeuwigheid wies de eene vluchtge nacht Dat hij haar bevend in zijn armen had. Tot op een nauwe spleet sloot hij de schacht; Er bleef geen toegang over naar den schat, Dan voor zijn geest, die later door de engte In de gedaante van een kleinen valk Bezweven kwam de zware katafalk Waar zij diep in lag, slank, in volle lengte: Bloesemgeblevene, de smalle borst Zwellende onder 't strakgezwachteld gaas; Hij vond altijd tot aan den rand der vaas Het water staan: haar schaduw leed geen dorst. Steeds vlood hij 't praalgraf waar hij lag en heerschte, Door zinrijke muurschildering omschoofd, De zware roode en witte kroon op 't hoofd, Bezeten door 't verlangen naar de teerste, Zoo koel in heel de heete eeuwigheid Alsof ze een lelie was, in ijs bevroren. Háár graf behield zijn stilte, diep, altijd Dezelfde, en ging haar meer en meer behooren
Confirmed with J.J. Slauerhoff, Verzamelde gedichten. Deel 1. , A.A.M. Stols, Den Haag 1947 (tweede druk)
Authorship:
- by Jan Jacob Slauerhoff (1898 - 1936), "Pharao's Minne" [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Léon Orthel (1905 - 1985), "Pharao's minne", op. 86 (Vier liederen) no. 3 (1980) [sung text not yet checked]
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2022-10-21
Line count: 24
Word count: 175