by Jan Luyken (1649 - 1712)
In 't rijzen van den koelen dach
Language: Dutch (Nederlands)
In 't rijzen van den koelen dach, Als yder noch te slapen lach, Zat Appelona, die ik sach ('t Zijn my geen dromen) In de schaauw der bomen, En streelde een Luyd, Terwijl sy uyt Een heldere boesem song, Stil hiel de tong, Die 't geveert Van het hele Woud braveert, Het singen, 't Springen, 't Fluyten 't Tuyten, En't fwieren, Gieren Inde Linde, Leefde, Sweefde, Was nu stil, en sat Te luysteren; 't Fluyst'ren Van de blaan ging sacht. O Goon Zo schoon Een Zang Haar dwang Heeft my verkracht.
About the headline (FAQ)
Confirmed with Jan Luyken, Duytsche lier, Jacobus Wagenaar, Amsterdam, 1671 blz 90
Authorship:
- by Jan Luyken (1649 - 1712), title 1: "Op het schoon zingen van Juffer", title 2: "Appelona Pynbergs", subtitle: "La Duchesse Rojaal", first published 1671 [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Alexander Voormolen (1895 - 1980), "Appelona", 1932, from Drie gedichten van Jan Luyken, no. 1 [sung text not yet checked]
Research team for this page: Emily Ezust [Administrator] , Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2022-12-14
Line count: 30
Word count: 91