by Charles Polydore de Mont (1857 - 1931)
Kollebloemen
Language: Dutch (Nederlands)
Tusschen de tarwe in den zomergloed, bloeien de kollen, rood gelijk bloed. Tusschen de halmen, hoog en rank, suizelt der windjes heimlike zang. De leeuwerikken fladderen met lustig geschal, - de maaiers naderen door 't wegelken smal. Zij hooren het suizen der kollen in 't graan, en blijven al luisteren stil in de baan. Blozend en vonkelend als karbonkels, rood als druppelen bloed, staan we, kollebloemen, te gloeien in den stralenden zomergloed! Blijde staan wij en waaien en wiegen, heimlik zingend ons aardig lied... doch de binders en de maaiers, die verstaan onze zangen niet! Van gaan en van komen, van komen en gaan, van leven en sterven en vluchtig bestaan, van peerlende bloeddruppels, talrijk als dauw, zingen we, zingen we, - en 't windje zucht ‘rouw!’... Van stervende strijders, verschrikklik doorwond, van doorkorvene rompen gezaaid op den grond, van bittere tranen door moeders geweend, melden we treurig, - en 't windeken steent!... Bloeiende, blozende, zingen we ons lied... binders en maaiers, begrijpen het niet! Zingende komen wij ieder jaar: ach: ons bloedig marenspellen is maar altijd al te waar!... * Is 't de wind die suist door de aren is 't de wind die zoo pijnelik zucht is 't de donder die rotst in de verte of een bulderend kanonnengerucht!... Och! de maaiers hooren 't niet en pikken blij dooreen.. en tusschen de vallende aren, hoe droef is 't windgesteen!... o! Het lied der kollebloemen Graan en tarwe zijn plat getrede door de rossen, stampend, wild drommen bij drommen zijn komen gereden de roeren geladen, de pieken gedrild Tallooze legers zijn gekomen duizend kanonnen sleepten ze meê!.. 't Bloed zal er vloeien! 't Bloed zal er stroomen moeders en lieven die jammeren ‘Wee! o Het lied der kollebloemen! Zie, daar zijn ze, zie! daar strijden zwieren, zwermen, woelen zij vloeken, knarsen, kerven, snijde als van duivelschen wellust blij Kanonnen dommelen, donders grommen offers zoekend sist het lood roode bogen beschrijven de bommen en de commando voert - de Dood! o Het lied der kollebloemen! *** ‘Zeg, zijt gij het, roode bloemen, kollen uit den zomertijd... die 'k van verre zoo hel zie blinken ginds, in 't blankende sneeuwtapijt! Zijn 't de binders, zijn 't de maaiers, zijn 't hun peerden met hun vracht, die naast u ter ruste liggen, wen de droevige winterzonne, treurig droomend, doodsch en rouwend, op hun matte leden lacht?...’ - ‘Och neen! de kollen zijn lang vergaan! Och neen! de maaiers en rusten daar niet! zij zijn voor tirannen ten strijd gegaan, zij hebben er allen hun plicht gedaan, zij zijn er gesneuveld!...’ o Wonder lied der roode, roode kollebloemen! ‘Och neen! wat ginds de sneeuwvlok kleurt zoo rood, de kollen en zijn het niet! 't Zijn leden en rompen doorhakt en verscheurd 't Is bloed! 't is bloed!...’ - o Droevig lied der roode, roode kollebloemen! - *** Bloeiend, blozend zongen de kollen hun profetisch lied! binders en maaiers zijn er gekomen, ach! en zij verstonden 't niet! Bloeiend, blozend komen ze 't zingen elken zomer, jaar bij jaar! ach! hun bloedig marenspellen is maar altijd al te waar!
Confirmed with Pol de Mont, Poezie, in: De Vlaamsche Kunstbode, Jaargang 9. W. Rogghé (Julius Vuylsteke), Gent / J. Noordendorp, Amsterdam 1879 p.208. Note: Muziek van Edg. Tinel. Dit zangdicht, getrokken uit de Rijzende Sterren, die eerlang het licht zien, zal worden uitgevoerd op het feest van het Davidsfonds te Leuven (2den Pinksterdag)
Authorship:
- by Charles Polydore de Mont (1857 - 1931), "Kollebloemen", subtitle: "Fantazie", written 1878
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Edgar Pierre Joseph Tinel (1854 - 1912), "Kollebloemen", op. 20 (1879), published 1891 [ tenor, mixed chorus, orchestra ], Leipzig: Breitkopf und Härtel [sung text not yet checked]
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2023-05-06
Line count: 99
Word count: 515