Attention! Some of this material is not in the public domain.
It is illegal to copy and distribute our copyright-protected material without permission. It is also illegal to reprint copyright texts or translations without the name of the author or translator.
To inquire about permissions and rates, contact Emily Ezust at licenses@email.lieder.example.net
If you wish to reprint translations, please make sure you include the names of the translators in your email. They are below each translation.
Note: You must use the copyright symbol © when you reprint copyright-protected material.
Der Tag hat seinen Schmuck auf heute weggetan, es ziehet nun die Nacht die braunen kleider an und deckt die Welt mit angenehmer Ruh, mit ihren Schatten zu. Wohlan ich suche nun auch meine Lagerstatt, worauf der müde Leib sich zu erquicken hat, und wo der Geist, geruhig un vergnügt, in süßer Stille liegt. Ein gut Gewissen wird mein Abendsegen sein, die Unschuld machet mich von aller Falschheit rein, mein Herz ist treu, wer anders von mir spricht, der kennet mich noch nicht. So kleide dich nun aus, mein ungebund’ner Sinn, durch dich leg’ ich vergnügt die Sorgenkleider hin; Die Brust ist frei, die Kummer und Verdruß bei andern quälen muß. Ein froh Gemüte soll mein saub'res Nachtkleid sein, in solchem schlaf’ ich sanft und ohne Schwermut ein; und machte mir auch was Melancholei, so schwebt sie doch vorbei. Der Himmel wacht bei mir, sein Auge, das mich kennt, muß mir die Lampe sein, die mir zum Troste brennt; und weil das Öl der Gnade nie gebricht, ach, so verlöscht sie nicht. Die süße Hoffnung ist auf meinen Dienst bereit, die lauter Rosen mir zum Ruhebette streut; und die Geduld deckt mich mit Myrthen zu, so schön ist meine Ruh. Zum Schlafgesellen nehm’ ich die Vergnügung an, die drück’ ich an mein Herz, so fest ich immer kann, man schläft, wenn so ein Schatz in Armen liegt, unmöglich mißvergnügt. Und treibt ihr Träume je ein Sinnenspiel mit mir, so stellt in süßer Ruh mir meine Freundin für. Vielleicht wird das, was jetzt ein Schatten ist, noch in der Tat geküßt. Nun dir befehl ich mich, du angenehme Nacht; und wenn das Morgengold am frühen Himmel lacht, so werde doch dem Herzen das geschenckt, worauf es schlafend denkt.
Authorship:
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Carl Maria (Friedrich Ernst) von Weber (1786 - 1826), "Abendsegen", op. 64 no. 5 (1819). [ sung text verified 1 time]
Available translations, adaptations or excerpts, and transliterations (if applicable):
- DUT Dutch (Nederlands) [singable] (Lau Kanen) , "Avondzegen", copyright © 2018, (re)printed on this website with kind permission
Research team for this page: Ferdinando Albeggiani , Lau Kanen [Guest Editor]
This text was added to the website: 2008-07-04
Line count: 40
Word count: 287
De dag heeft voor vandaag zijn opsmuk afgedaan, En langzaam trekt de nacht zijn bruine kleren aan Hij dekt de aarde met minimaal gedoe Met donk’re schaduw toe. Welaan, ik kruip nu ook zo in mijn beddengoed, Waarin mijn moede lijf zich dan verkwikken moet, En waar de geest, ontspannen en verlicht, In zoete stilte ligt. Een goed geweten zal mijn avondzegen zijn, En onschuld maakt ook mij van alle valsheid rein, Mijn hart is trouw; wie anders van mij zegt, Die kent mij nog niet echt. Dus kleed je nu maar uit, mijn onbezwaard humeur, Door jou leg ik content mijn zorgenkleren neer; Mijn hart is vrij, laat kommer en chagrijn Maar elders kwelling zijn. Een blij gemoed, dat moet mijn schone nachtkleed zijn, Want daarin slaap ik zacht, heel opgewekt en fijn; En wekte iets in mij soms tobberij, Die gaat dan toch voorbij. De hemel waakt bij mij, zijn oog, dat mij goed kent, Moet nu de lamp wel zijn, die mij vertroosting brengt; En daar genade mij olie altijd biedt, Ach, daardoor dooft zij niet. Om mij te helpen is steeds zoete hoop bereid Die louter rozen mij als legerstede spreidt; En, ja, geduld dekt mij met mirten toe, ‘k Rust fijn, al ben ik moe. Als beddemaatje neem tevredenheid ik mee, Die druk ik aan mijn hart, zo vast als had ‘k er twee; Men slaapt, met zulk een schat bij zich gevoegd, Onmogelijk misnoegd. En spelen dromen ooit een zinnespel met mij, Dan zweeft volkomen kalm mijn hartsvriendin naar mij, Misschien wordt dat, wat ‘k nu zie onbewust, Nog metterdaad gekust. Aan jou beveel ik mij, o aangename nacht, En als het morgengoud vroeg aan de hemel lacht, Hoop ik dat jij mijn hart dus dat nog schenkt Waaraan het slapend denkt.
Authorship:
- Singable translation from German (Deutsch) to Dutch (Nederlands) copyright © 2018 by Lau Kanen, (re)printed on this website with kind permission. To reprint and distribute this author's work for concert programs, CD booklets, etc., please ask the copyright-holder(s) directly.
Lau Kanen.  Contact: boudewijnkanen (AT) gmail (DOT) com
If the copyright-holder(s) are unreachable for three business days, please write to: licenses@email.lieder.example.net
Based on:
- a text in German (Deutsch) from Volkslieder (Folksongs)
This text was added to the website: 2018-04-08
Line count: 40
Word count: 298